Maarten van Ooijen: de wijkgerichte aanpak laat zien dat de maatschappij krachtiger is dan de overheid

In een interview met De Eerstelijns vertelt Maarten van Ooijen, vanuit zijn toenmalige rol als wethouder van de gemeente Utrecht, over wijkgerichte samenwerking in Utrecht Oost. In Wijkpact Samen Oost gaan bewoners in Utrecht Oost, de gemeente en organisaties op het gebied van participatie, welzijn, gezondheid en zorg intensiever met elkaar samenwerken. Hun gezamenlijke doel: meer sociale cohesie in de buurten van Oost, meer laagdrempelig en preventief werken en meer aandacht voor zelf- en talentontwikkeling, gezonde leefstijl en positieve gezondheid.

Wijkpact Samen Oost

Een goed verhaal kan beginnen met één persoon die het verschil maakt. In dit verhaal is dit Anja van der Aa, wonend in Utrecht Oost. Zij merkte dat ze als mantel- zorger niet altijd goed wist waar ze met alledaagse vragen terecht kon, omdat de infrastructuur van de zorg- en wel- zijnsaanbieders hiaten kent in de samenwerking. Omdat ze zag dat andere buurtbewoners hetzelfde probleem ervaarden, richtte ze een wijkinformatiepunt op. “Zij is de drijvende kracht achter de bewonersgroep Samen 030”, zegt wethouder maatschappelijke ondersteuning en welzijn Maarten van Ooijen. “Zij heeft het bestaande netwerk in de buurt benut om vraag en aanbod in de wijk bij elkaar te brengen. Als basis hiervoor is een duidelijke diagnose gemaakt van wat in de wijk nodig is, uitgaand van de demografie, de zorgbehoefte en de trends in jeugdzorg en mantelzorg. Met deze gegevens als uit- gangspunt hebben alle betrokken partijen hun naam ver- bonden aan wat het Wijkpact Samen Oost is gaan heten en daaronder ook hun handtekening gezet. Prachtig, want het is een aanpak die één-op-één past bij de focus op een wijkgerichte aandacht die het uitgangspunt is geworden bij de rol die de gemeenten in 2015 hebben gekregen.”

Elkaar leren kennen

De ontwikkeling naar een wijkgerichte aanpak was natuurlijk al in gang gezet, stelt Van Ooijen. “Maar we moesten ook toezien hoe die in de praktijk stokte”, zegthij. “Dat zagen we heel duidelijk bij de wijkgerichte inrichting van de zorg voor ouderen. Dan wist de case- manager dementie niet wat de huisarts en wijkverpleeg- kundige deden en andersom. Sterker nog: ik herinner me een bijeenkomst over wijkgericht werken van een aantal jaar geleden, waar bleek dat betrokken partijen die in dezelfde straat zaten elkaar zelfs volstrekt niet kenden. De les daarvan was: als je je in een wijk vestigt, ga dan eens kijken wat daar verder zit aan andere professionele partijen en bewonersgroepen. Daarin is nog een wereld te winnen.”

In Oost zijn daarin dus nu concrete stappen gezet. De gerichte diagnose die daar is gemaakt, helpt om de wijkgerichte samenwerking beter in te richten, stelt Van Ooijen. Wat is de rol van de gemeente in dit verhaal? “In eerste instantie was die vooral: het van onderaf laten opborrelen”, zegt hij. “Het laten gebeuren dus. Toen ik als wethouder aantrad had ik het idee buurtpacten op te zetten. Daarvoor wilde ik subsidie beschikbaar stellen, maar de belangstelling was nu niet overweldigend. Dat komt omdat de vraag vanuit de gemeente kwam. Nu in Oost kwam het vanuit de bewoners en dan werkt het wél. Dit laat zien dat de maatschappij krachtiger is dan de overheid. In tweede instantie zijn we natuurlijk wel actief gaan meewerken aan de totstandkoming van die diag- nose over wat er in die wijk speelt en nodig is. Partner geworden in het verhaal dus. Maar nadrukkelijk niet de regisseur of initiatiefnemer. Het is juist waardevol om de bewoners hun rol te geven als eigenaars van de situatie in de wijk. Daaruit kunnen pareltjes ontstaan en het is niet iets wat je als gemeente kunt afdwingen. Ook worden dan de ervaringsdeskundigen veel directer betrokken.”

Na de inhoud de financiën

Natuurlijk kan in zo’n verhaal het onderwerp financiën niet ontbreken. “De in Oost gekozen aanpak helpt om de financieringsstromen te richten op wat we in het wijkpact hebben afgesproken”, zegt Van Ooijen. “We kijken nu ook of we extra financiële middelen kunnen aanwenden om deze aanpak verder te kunnen brengen. Maar: we zijn nadrukkelijk niet met de financiën begonnen. Het begon met de inhoud. Dat is de enige manier waarop dit kan wer- ken. Ik kan me niet voorstellen dat er in Oost nu nog par- tijen zijn die elkaar niet kennen. En het wijkpact biedt een goed uitgangspunt om een eventuele nieuwkomer meteen onderdeel te laten worden van het netwerk in de wijk.”

“De wijkgerichte aanpak laat zien dat de maatschappij krachtiger is dan de overheid”

Voor de bewoners van Oost betekent dit dat ze veel snel- ler op de plek terechtkomen waar hen de zorg of hulp kan worden geboden die ze nodig hebben. “Onderdeel van het wijkpact is ook een meterkastkaart, gemaakt voor bewo- ners met een overzicht van initiatieven en organisaties in de wijk”, zegt Van Ooijen. “Die werkt ook heel goed voor de professionals in zorg en sociaal domein om elkaar te kunnen vinden.”

De rest van de stad

Natuurlijk heeft Utrecht meer wijken dan alleen Oost. Gaat de in Oost gekozen aanpak zich nu als een olievlek over de rest van de stad verspreiden? “Niet in de vorm van kopiëren en plakken in ieder geval, want dan slaan we de plank mis”, zegt Van Ooijen. “Maar je kunt wel kijken wat de werkzame elementen zijn die je elders ook kunt toepassen. De stad is – ook in andere wijken – rijk aan bewonersgroepen en initiatieven. Dat biedt een mooie basis, maar we moeten niet proberen ze in een mal te gieten."

Het Wijkpact Samen Oost is ondertekend door Hogeschool Utrecht, ROC Midden Nederland, gemeente Utrecht, U Centraal, Diaconessenhuis, De Wilg, Podium Oost, Stichting Utrecht Oost Gezond, DOCK, Buurtteam Oost, SportUtrecht, Instituut Voor Vitaal Ondernemen, Academie Instituut, NiZU, PAZIO, Buurtzorg Wilhelminapark e.o., Wilhelminakerk, Stichting Jou en de Wijkcoöperatie Oost voor Elkaar. Nieuwe partners kunnen aansluiten.

 

Bron: De Eerstelijns

‹ Blog overview

Maarten van Ooijen