Verbinding in de wijk

In de Utrechtse wijk Kanaleneiland ontmoeten de wijkbewoners elkaar in het Krachtstation, een multifunctioneel gebouw waar wonen, werken en vermaak worden gecombineerd. Het is het grootste niet-gesubsidieerde buurthuis van de stad, en staat volledig tot de beschikking van de wijk en haar bewoners.

In Kanaleneiland zijn de sociale problemen groot en hardnekkig. De wijk heeft daarom een goede sociale basis nodig. Wijkaccomodaties, zoals buurthuizen en jongerencentra, spelen hierin een cruciale rol. Het Krachtstation en de Wijkcoöperatie Kanaleneiland laten zien hoe wijkaccomodaties verbindingen kunnen leggen tussen de diverse groepen in de wijk.

Het Krachtstation is niet zomaar ontstaan. Nathan Rozema, een betrokken bewoner en wijkondernemer, zet zich al achttien jaar in voor de bewoners van Kanaleneiland. Hij zag kansen voor de wijk en zette zich in om dit te realiseren. Sámen met belangrijke sleutelfiguren, ondernemers uit de wijk, en investeerders realiseerde hij het Krachtstation, waardoor er een laagdrempeligheid en vertrouwen ontstond onder de bewoners.

In en rond het Krachtstation wonen, werken, zorgen, sporten, leren en recreëren de bewoners van Kanaleneiland. Het is een plek waar veel verschillende groepen gebruik van maken. Een plek waar krachten samenkomen.

Geldstromen door de wijk

Het Krachtstation verbindt door te ondernemen. In het Krachtstation komen geldstromen, ondernemerschap en de kracht van de wijk bij elkaar. Er werd namelijk opgemerkt dat veel van de geldstromen de wijk uit lekte. Dit bracht Nathan op het idee om geldstromen en werk in de wijk te houden. Vanuit zijn adviesbureau Labyrinth zette hij samen met Pieter Buisman, adviseur, het initiatief Geldstromen door de Wijk op: “Met alles wat we doen, proberen we dat mensen uit de wijk er werk door krijgen.”

Het creëren van deze geldstromen door de wijk wordt onder andere gedaan door het stimuleren van lokaal ondernemerschap en coöperatief werken. De Wijkcoöperatie bundelt de krachten vanuit het Krachtstation, en creëert hiermee werk dóór en vóór de wijk. Hierbij is het belangrijk dat men kijkt vanuit het ondernemende vermogen en de belevingswereld van de mensen in de wijk zelf.